Dominantietheorie is een fabel geen feit.

De dominantietheorie in hondenland: de feiten en fabels

De dominantietheorie houdt sinds jaar en dag de gemoederen bezig in hondenland. Honden zouden de baas willen spelen en continu proberen ‘dominant’ te zijn. In deze blog neem ik je mee in de feiten en fabels van de beruchte dominantietheorie. Er was eens een man, genaamd Rudolph Schenkel, die in de jaren 40 onderzoek deed naar wolven in een dierentuin. Hij bestudeerde het gedrag van de wolven en publiceerde in zijn onderzoek dat er in een groep wolven een ‘alfawolf’ is. Dat was de mannelijke wolf die eerst at en de meeste ruimte in beslag nam en dus de baas was van de roedel. Er waren gevechten in de roedel. Schenkel weet dat aan het feit dat de andere wolven probeerden het leiderschap van de zogenaamde alfawolf over te nemen. Deze theorie kopieerde hij ook één op één naar het samenleven van de mens met de hond en was het begin van de dominantietheorie.

Een tijdje later, in de jaren 60, deed David Mech onderzoek naar wolven in een Nationaal Park. Hij concludeerde dat de bevindingen van Schenkel correct waren en dat de wolven in constant gevecht met elkaar waren en daarbij hevige agressie inzetten om elkaar te domineren. Ze vochten om voedsel, partners om zich mee te kunnen voortplanten en het leiderschap. Zijn boek werd gepubliceerd in 1981 en is vandaag de dag nog verkrijgbaar. Dit boek was de fundering voor de dominantietheorie zoals we die vandaag de dag (helaas) nog steeds kennen.

Plottwist

Maar, hier komt het!

In 1999 werd er nieuw onderzoek gedaan naar wolven in het wild. Hier was David Mech weer bij betrokken. Ze kwamen tot de conclusie dat de voorgaande onderzoeken het compleet bij het verkeerde eind hadden!

Er zijn namelijk hele grote fouten gemaakt in deze onderzoeken:

  • De wolven die bestudeerd werden, waren geen familie van elkaar
  • De wolven die bestudeerd werden, leefden in gevangenschap
  • Er was schaarste aan voedsel
  • Er was schaarste aan ruimte

Stel je voor dat je een stelletje random mensen bij elkaar zet, met te weinig voedsel, ruimte en andere basisvoorzieningen. Perfect recept voor gevechten, ruzie, en agressie, toch? Denk maar eens aan de gevangenissen die over de hele wereld te vinden zijn, waar gevangenen onder deplorabele omstandigheden gehuisvest worden en waar men letterlijk moet vechten om te overleven. Dit heeft geleid tot een aantal grote fabels in het kader van de dominantietheorie en de daadwerkelijke feiten over hondengedrag werden aan de kant geschoven.

Het besef dat deze fouten waren gemaakt, deed zelfs de wetenschapper Mech verkondigen dat zijn theorie helemaal niet klopte. En het is natuurlijk best een hele stap om aan de wereld te vertellen dat je eigenlijk compleet mis zat… Helaas weten mensen vaak dit deel van het verhaal niet. Ja, er was ooit een dominantietheorie, maar nee, die is NIET juist! En al was de theorie juist, waarom zouden we een theorie gebaseerd op wolven 1-op-1 kopiëren naar de honden waarmee wij samenleven? Want de honden waarmee wij samenleven, stammen echt niet af van de wolven hoe wij die vandaag de dag kennen…

De dominantietheorie is een fabel en geen feit.

Hoe het écht zit

Maar, wat zijn dan de feiten als het gaat om de dominantietheorie? Wolven die vrij in de natuur leven, leven in familiegroepen. Een moederwolf, een vaderwolf, en hun welpen. Soms zijn er ook nog broers en zussen van de moeder- en vaderwolf aanwezig. Moeder- en vaderwolf werken samen om hun kroost te voorzien van bescherming, voedsel en verzorging. Samenwerking staat centraal. Agressie komt nauwelijks voor. Ook het opvoeden van de wolvenpups gaat zonder agressie.

Weet je wel hoe erg de kans tot overleven wordt ingeperkt als wolven de hele tijd agressie en gevechten in zouden zetten? Ze verspillen energie aan gevechten en voor je het weet lopen ze verwondingen op die slecht genezen, of waardoor ze worden beperkt in het verzamelen van voedsel. Dit is niet al te best voor de overlevingskans en druist recht tegen de natuur in…

De gevolgen van de dominantietheorie voor de honden in ons leven

Hoewel de heer Mech zelf uiteindelijk ook tot de conclusie kwam dat zijn theorie niet klopt, had de theorie intussen hondenland overgenomen. We kennen allemaal wel de TV shows met een bepaalde meneer die zegt dat je de ‘leader of the pack’ moet zijn, dat je ‘calm and assertive’ moet zijn, en dat je je hond moet corrigeren voor ongewenst gedrag ‘to establish dominance’.

Dit uit zich helaas nog vaak in het geloof dat:

  • Mensen eerst door een deur moeten, en daarna pas de hond
  • Mensen eerst moeten eten, en daarna pas de hond
  • Mensen van alles van honden af moeten kunnen pakken
  • Mensen honden in hun nekvel moeten grijpen om hun dominantie te bevestigen
  • Mensen honden op hun rug moeten leggen om hun dominantie te bevestigen
  • Honden pertinent niet op de bank of op het bed mogen, want dan worden ze dominant
  • Honden moeten opstaan als ze in het looppad van een persoon zitten/liggen
  • Honden die elkaar buiten tegenkomen, het ‘even moeten uitvechten’ om de rangorde te bepalen
  • Honden die agressie inzetten, dominant zijn
  • Honden die rijgedrag vertonen, dominant zijn
  • Honden die om aandacht vragen, dominant zijn
  • Honden niet mogen winnen met trekspelletjes, omdat ze anders dominant worden
  • Honden die zelfzeker zijn, dominant zijn

En zo kan ik nog wel even doorgaan…

Maar dit zijn dus allemaal fabels en geen feiten als resultaat van de achterhaalde dominantietheorie. Je hond is echt niet de hele dag bezig met proberen dominant te zijn en de wereld over te nemen. Waarom zouden ze? Ze krijgen van ons hun natje en hun droogje en een dak boven hun hoofd. Prinsheerlijk leven, als je het mij vraagt. 😉

De dominantietheorie is een fabel en geen feit.

Maar, wat nou als….

Maar, wat nou als ik je vertel dat onze honden echt niet de hele tijd proberen om hoger in de ‘rangorde’ te komen binnen het gezin? Dat ze het liefst gewoon gezellig met ons samenleven, waarin er begrip is voor zowel de behoeften van baas EN hond? Dat het leven met onze honden zoveel liefdevoller en aangenamer zou zijn, als we niet zouden uitgaan van de gedachte dat het dieren zijn die de hele tijd de leiding willen nemen. Want waarover zouden ze de leiding willen nemen? Rekeningen betalen? Autorijden? Bepalen wat het gezin wanneer doet? Dat is toch echt te gek voor woorden! Haha. 

Honden willen gewoon gezellig met ons samenleven op een zo harmonieus mogelijke manier. ❤️

Betekent dit dat je ongewenst gedrag dan maar moet laten gaan?

Nee, natuurlijk niet! We kunnen nog steeds aan de slag met het ongewenste gedrag van jouw hond, alleen gaan we niet uit van het feit dat ze dat gedrag vertonen omdat ze de leiding willen overnemen. Al zouden ze wat mij betreft best wat meer te zeggen mogen hebben op deze planeet, want kijk maar wat al die wereldleiders voor ellende veroorzaken… 😉

Het gedrag dat we zien, is alleen het uiterlijke vertoon van hoe een hond zich voelt. Een hond kan bijvoorbeeld agressie inzetten, omdat hij heel bang is. Hij is bijvoorbeeld bang voor de dierenarts, of bang dat je iets wat voor hem waardevol is afpakt. Een hond kan lekker op de bank gaan liggen terwijl jij dat niet wil, omdat hij dat nou eenmaal gewoon een fijn plekje vindt. Op een bank liggen ze wat hoger en hebben ze meer overzicht over de ruimte, en het ruikt lekker naar het baasje. Het geeft ze een gevoel van veiligheid. Het laatste waar ze aan denken is om de leiding in het huishouden over te nemen. Ook kan een hond agressie inzetten naar een andere hond die hij tegenkomt in het bos, omdat hij zich niet veilig voelt. Niet omdat hij pertinent dominant is.

Welzijnsgericht werken

Tegenwoordig werken goed opgeleide hondenprofessionals niet meer op basis van de dominantietheorie. Helaas zijn er nog veel mensen die zichzelf trainer of gedragstherapeut noemen, terwijl ze hiervoor nooit een opleiding hebben gehad. Het is dus als hondenbaasje erg belangrijk om goed onderzoek te doen naar de persoon met wie je in zee gaat om aan het gedrag van je hond te werken. Uiteindelijk wil je dat het beter wordt en niet slechter, toch?

Modern opgeleide hondenprofessionals werken op basis van welzijn. Er worden vele facetten van de hond en zijn gedrag meegenomen in het gedragsonderzoek, o.a. eventueel medisch ongemak, een trauma uit het verleden, de socialisatie bij de fokker, vroegere trainingsmethoden die zijn toegepast en ga zo maar door. Hierdoor komen we echt tot de kern van het probleem: ‘welk gevoel ervaart de hond waardoor hij dit gedrag vertoont?’, en kunnen we daarmee aan de slag. Dat gaat een stuk verder dan de fabels en zogenaamde ‘feiten’ die zijn verspreid in het kader van de dominantietheorie.

De dominantietheorie is een fabel en geen feit.

Quick fix

Op welzijnsgerichte manier aan het gedrag van je hond werken, betekent dat je hier tijd, geld en energie in moet steken. Want ja, je kan een harde ruk geven aan de lijn zodat je hond niet meer achter katten aan gaat, maar is dat wel helemaal eerlijk? Misschien kunnen we jouw hond juist wel leren dat hij een kat ziet en vervolgens de focus op jou krijgt, omdat je hem hebt geleerd dat dat hem wat leuks oplevert.

Geen quick fix dus, wel een duurzame en diervriendelijke fix! Op mijn Instagrampagina en Facebookpagina kun je hier meer over zien.

Hulp nodig?

Ben je na deze blog benieuwd geworden wat ik kan betekenen voor het gedragsprobleem van jouw hond? Of wil je meer leren over de feiten en de fabels van de dominantietheorie en hoe je een en ander kan toepassen in de praktijk? Klik dan hier om naar mijn aanbodpagina te gaan, of hier om direct contact met mij op te nemen.

Hoi! Ik ben Sanne

In mijn blogs neem ik jullie mee in de belevingswereld van de hond. Zo ga jij stukje voor stukje je hond beter begrijpen. Hulp nodig om de informatie toe te passen in de praktijk? Neem dan gauw contact met mij op!

 

Geef iets superwaardevols gratis weg in ruil voor een e-mail adres
meer blogs